Veertig jaar IC/IR

maandag, 03 juni 2024

Drie juni 1984 was een historische dag voor het treinverkeer in België. Met het IC/IR-plan werden gecadanceerde treinen de nieuwe norm en tot op heden vormt het de basis van het treinaanbod. Veertig jaar later is het tijd om de balans op te maken. Die is toch wel positief door het vrij transparante aanbod dat in stappen werd uitgebreid, maar er zijn ook tal van pijnpunten.

Een van die pijnpunten is de verwatering van het concept door de afschaffing van de IR-treinen in december 2014. Door alle IR-verbindingen het predicaat IC mee te geven, zijn IC-verbindingen nu een mengelmoes van alle mogelijke verbindingen waarbij de reiziger niet meer weet of het een snelle of trage trein betreft.

Een ander pijnpunt is de toenemende rijtijd. Een van de verwezenlijkingen van het IC/IR-plan was dat sinds 1984 alle Vlaamse provinciehoofdsteden minstens éénmaal per uur onderling rechtstreeks verbonden zijn. Een vergelijking van de rijtijden van toen en nu illustreert treffend de trend naar langere rijtijden terwijl snellere treinen juist het openbaar vervoer aantrekkelijker maken. En dan heeft deze analyse enkel betrekking op de theoretische rijtijden uit het spoorboekje, niet op de ondermaatse stiptheidscijfers of het te hoge aantal afgeschafte treinen.

Een vergelijking van de rechtstreekse treinen tussen de hoofdstations van de Vlaamse provinciehoofdsteden onderling en met Brussel tussen de snelste reistijden in minuten met een vertrek tussen 10 en 11 uur op werkdagen in juni 2024 met deze in juni 1985 (een jaar na de invoering zodat er rekening gehouden wordt met eventuele bijsturingen) geeft volgend overzicht:

 

Het is overduidelijk dat er op zo goed als alle verbindingen minuten zijn bijgekomen ondanks de miljardeninvesteringen in modernere treinen en spoorlijnen. De uitzonderingen zijn treinen die rijden via nieuw aangelegde spoorlijnen zoals de bocht van Leuven of de diabolo rond Brussels Airport.

Opvallend is ook dat rijden via hogesnelheidslijnen nauwelijks snellere treinen oplevert. Zo is Leuven – Brussel-Centraal tussen 1985 en 2024 met amper één minuut versneld. Door tussen Brussel en Luik via de HSL te rijden werd de rijtijd Oostende – Luik-Guillemins verkort van 141 naar 137 minuten, maar als reiziger win je in 2024 dus amper vier minuten t.o.v. veertig jaar geleden via de klassieke lijn met een beperktere snelheid.

Er is reden tot een feestje voor exact veertig jaar een gecadanceerd aanbod, maar de feestvreugde wordt toch getemperd door vele onvolkomenheden. Juiste investeringen in spoorinfrastructuur en treinmaterieel op basis van een integrale dienstregeling die uitgaat van een knooppuntenconcept, zoals voorgesteld in het project Integrato (www.integrato.be) is onontbeerlijk om een nieuw elan te geven aan de trein. Koppel dit aan een duidelijker onderscheid tussen verschillende typen treinverbindingen, dan kan de trein ook de volgende veertig jaar zijn essentiële rol spelen in een duurzamere mobiliteit.

Pieter Planton

Dit artikel verschijnt binnenkort in ons ledenblad Mondig Mobiel.

Link naar een reclamefilmpje uit die tijd

Foto's