Tariefintegratie

donderdag, 16 november 2023

TreinTramBus is al lang voorstander van een geïntegreerd tarief. Momenteel ontwikkelen de vier vervoersmaatschappijen in ons land ieder hun eigen tarieven – met de BruPass (XL) rond Brussel en in mindere mate de City Pass (rond Antwerpen en Gent) als positieve uitzonderingen. Nochtans is de ambitie van tariefintegratie al langer in meerdere beleidsdocumenten opgenomen, o.a. in het federale regeerakkoord. Als we bus en rail als één geheel beschouwen, is tariefintegratie absoluut noodzakelijk. Binnen een bepaald gebied moet je met één vervoerbewijs tegen één eenvormig tarief alle openbaar vervoer kunnen gebruiken. Ook pleiten we voor een flat-rate-ticket naar Oostenrijks voorbeeld (Klimaticket), dat geldig is in het hele land. Dit zou voor een dag, een week, een maand of een jaar beschikbaar moeten zijn.
Tariefintegratie is veel meer dan ticketintegratie. De MOBIB-kaart is enkel een drager, waarop “tariefproducten” van verschillende ondernemingen kunnen worden opgeslagen. We zijn vragende partij om een geïntegreerd ticket met één tarief in te voeren, waarbij de vier overheden en vier vervoersbedrijven samenwerken.
Een groot manco in het huidige tarievengamma van de NMBS is het ontbreken van een korting voor kleine groepen. Naar analogie met de Ländertickets in Duitsland zouden alle vervoersbedrijven samen ook in België een dagkaart moeten invoeren, waarbij elke bijkomende persoon een klein bedrag extra kost. Het Baden-Württemberg-Ticket kost bijvoorbeeld € 25,- voor 1 persoon en € 7,- extra per bijkomende persoon met een maximum van 5 personen.
Een stijging van de ticketprijzen boven de index moet te allen koste vermeden worden. Bijkomende prijsverhogingen zijn voor ons enkel bespreekbaar als de kwaliteit omhoog gaat, zowel bij NMBS als De Lijn.
Het flexvervoer in de 15 Vlaamse vervoersregio’s (de nieuwe belbus) moet onder het normaal tarief vallen, net zoals het gebruik van deelfietsen in het kader van Vervoer op Maat.
Last but not least: zonder flankerend beleid staan we nergens. De financiële aantrekkelijkheid van de auto voor verplaatsingen wordt niet opgelost door een doorgedreven tariefintegratie in het openbaar vervoer. Bijkomende maatregelen zijn nodig zodat financiële prikkels de modal shift de juiste richting uit duwen. We dringen aan op een onderzoek naar het effect van de internalisering van de externe kosten via een kilometerheffing of het afschaffen van de salariswagens.

Mensen die zich met het openbaar vervoer verplaatsen, combineren vaak verschillende vormen van mobiliteit. Zo rijden we bijvoorbeeld met de fiets of de bus naar het station, nemen daar de trein en leggen het laatste stuk van het traject met de tram af. Of we rijden met de auto naar een park & ride en nemen daar de tram naar het stadscentrum. In Vlaanderen wordt het aanbod voor de reizigers de komende tijd gebundeld tot een geheel onder de naam Hoppin. Dat zou de puzzelstukken van openbaar vervoer en (e-)fiets, auto en deelsystemen moeten samenvoegen tot één verhaal.