Laat ons nu toch niet alleen, radeloos en verloren

zondag, 21 september 2025

In 2030 zal er in Limburg enkel in Hasselt nog een belastingkantoor zijn. Madeleine uit Jeuk die niet weet hoe ze met Tax-on-Web moet omgaan, kan voorlopig nog in Tongeren terecht. Hopelijk heeft ze een auto, want met de bus wordt het een hele expeditie. Idem voor Harrie uit Reppel die voor zijn aangifte nog raad kan gaan vragen in het belastingkantoor van Neerpelt. Vanaf 2030 moeten Madeleine en Harrie voor hulp met hun belastingzaken naar de Voorstraat in Hasselt. Zonder auto zullen ze een smartphone met mobiel internet moeten hebben: Eerst appen, dan opstappen, aldus De Lijn. In die app kunnen ze dan zien dat er in Jeuk of Reppel geen vaste buslijn meer is. Dat ze de Flexbus zouden kunnen nemen, vertelt de app van De Lijn hen niet. Om dat te weten, moeten ze de Flex-app – ook met het logo van De Lijn op – installeren. Lukt het hen om daarin een Flexrit te boeken? Een medewerker van de Lijnwinkel zou hen daarmee kunnen helpen. Maar dan moeten Madeleine en Harrie de bus nemen naar Hasselt of Genk, want enkel daar is er nog een Lijnwinkel. Erg lastig: om daar te geraken, moeten ze een Flexbus reserveren. En dat was nu net het probleem.

In een poging om de desastreuze lintbebouwing op onze steenwegen aan te pakken, moedigde de Vlaamse overheid eind vorige eeuw met het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen kernverdichting aan. Terecht, maar wie aan die oproep gevolg gaf en vandaag onder de kerktoren woont, voelt zich bekocht. In steeds meer dorpen en deelgemeenten verdwijnt elementaire dienstverlening: bankfilialen, postkantoren, mutualiteitsloketten en krantenwinkels sluiten hun deuren, bakkers en slagers vinden geen overnemer en geldautomaten zijn dun gezaaid. Voor de in totaal 905 000 Limburgers zijn er ’s nachts en tijdens het weekeinde nog maar zeven huisartsenwachtposten. Net de zwaksten van onze maatschappij hebben daar het meest onder te lijden. Wie niet digitaal vaardig is of geen smartphone, (mobiel) internet en een computer kan betalen, valt uit de boot.

Steeds meer Limburgers moeten voor elementaire voorzieningen een eind buiten de eigen (deel)gemeente rijden. Niet goedkoop voor wie een auto heeft. Een hele klus voor wie van het openbaar vervoer afhankelijk is. In liefst 39 % van alle Limburgse deelgemeenten komt geen vaste buslijn die de hele dag door rijdt. Verbaast het dat de Limburgers het minst van alle Vlamingen met de bus of de fiets naar het werk rijden? (HBvL, 16 september 2025). Basisbereikbaarheid noemt Vlaanderen dat. Hoe slecht kan een vlag de lading dekken? Slechts 5 van de 20 Limburgse stations hebben nog loketten. In het beste geval zijn ze open van 7 tot 14.30 uur. Tijdens het weekeinde is alleen het stationsloket van Hasselt open. Limburgers moeten voor een internationaal treinticket naar Antwerpen, Leuven of Luik.

Het roer moet omgegooid worden. Als alle dienstverleners hun krachten bundelen, heeft elke deelgemeente minstens één combiloket, waar burgers zowel voor een trein- en busticket als voor andere vormen van dienstverlening terecht kunnen. Dat dijkt plattelandsvlucht in, versterkt het dorpsweefsel en vermijdt sociale uitsluiting. Versterking van het openbaar vervoer in plaats van afbouw zorgt ervoor dat de basis echt bereikbaar wordt en vrijwaart kwetsbare mensen voor vervoersarmoede.

Peter Meukens, voorzitter TreinTramBus

Deze blog verscheen op 20 september 2025 als opinieartikel in Het Belang van Limburg met de titel Geen vlag die de lading slechter dekt dan het ‘basisbereikbaarheid’ van de Vlaamse regering.