HOV Hasselt – Maasmechelen: Helemaal Opgehouden Vervoer

“Het gevoerde onderzoek bevestigt dat er nood is aan een hoogwaardige verbinding tussen Hasselt en Maasmechelen. We willen nu snel schakelen.” Zo klonk het op 20 juli 2021 in een persbericht van toenmalig Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters (Open VLD).  De Maaslandse had Limburg dan al een pad in de korf gezet door de sneltram die Hasselt in 39 minuten met Maasmechelen zou verbinden, door een zogenaamde ‘trambus’ te vervangen. Nu zou het vooruitgaan, betoogde Peeters, want in tegenstelling tot een tram kan een ‘trambus’ onmiddellijk ingezet worden. Ruim 4 jaar later rijdt ze nog niet. Ze is inmiddels verveld tot wat ze altijd was: een gewone, moderne bus die van haar voorgangers verschilt doordat ze elektrisch rijdt.

Peeters introduceerde de term HOV. Het gerenommeerde Nederlandse studiebureau Goudappel omschrijft het zo: “Hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) draait om snelle, comfortabele, hoogfrequente en betrouwbare bus- of (light)railverbindingen.” Betrouwbaarheid betekent stipte reistijden de hele dag door. En die kun je volgens Goudappel alleen maar door een vrije bedding of voorrang aan de verkeerslichten garanderen. De sneltram voldeed in ieder geval volledig aan deze definitie. De ‘trambus’ van Lydia Peeters helemaal niet, omdat ze … veel te traag is. Ondanks het feit dat de afgelopen maanden nog enkele haltes toegevoegd zijn, blijft De Werkvennootschap die het HOV-project uitwerkt, volhouden dat de ‘trambus’ de klus in 55 minuten zal klaren. Dat is nauwelijks 8 minuten sneller dan de huidige buslijn 44, maar ruim een kwartier trager dan de sneltram. Inmiddels heeft De Lijn de eerste gelede elektrische bussen, die voor de HOV-verbinding aangekocht zijn, in dienst genomen. Op de achterzijde prijkt parmantig ‘Ik rij max 80’. Vandaag rijden andere bussen op de E314 tussen Genk en Maasmechelen 90 km/uur. Wiskundig vraagstuk: gaat de ‘trambus’ sneller zijn dan lijn 44?

Als je denkt dat het voor Limburg niet meer erger kan, is daar nog altijd Vlaams minister van mobiliteit Annick De Ridder (N-VA). In juni maakte ze al bekend dat er op de Rijksweg in Maasmechelen geen aparte busbaan komt. Volgens de minister moeten de HOV-bussen maar tussen de auto’s aanschuiven. Deze week deed De Ridder er nog een flinke schep bovenop: autoritair trok ze de aanvraag tot omgevingsvergunning voor een busbaan aan het afrittencomplex van de E314 in Maasmechelen terug. De Werkvennootschap had ze nauwelijks een etmaal eerder ingediend. Wie durft nu nog te beweren dat het vergunningenbeleid in Vlaanderen traag verloopt? De Ridder zet daarmee De Werkvennootschap, die de Vlaamse regering voor een efficiënte aanpak van complexe projecten in het leven geroepen had, voor schut. Peeters’ belofte van Maaslands Hoogwaardig Openbaar Vervoer spat als een zeepbel uit elkaar.

Onze groene provincie wordt meer dan ooit bedreigd door te veel autobezit, -gebruik en files. Met een fractie van de miljarden die De Ridder in het Antwerpse Oosterweelproject pompt, kunnen we in Limburg het openbaar vervoer uitbouwen tot een duurzaam alternatief voor de auto. Maar dan moet Limburg snel een nieuwe visie inzake mobiliteit en goed openbaar vervoer ontwikkelen. Wie zet hier mee zijn schouders onder?

Peter Meukens, voorzitter TreinTramBus

(Deze opinie verscheen op 25 oktober 2025 in Het Belang van Limburg)