Geen mondmaskers op de trein en vooraan opstappen op tram en bus!

dinsdag, 03 mei 2022

Geen mondmaskers op de trein en vooraan opstappen op tram en bus!

Corona en openbaar vervoer, een moeilijke cohabitation. TreinTramBus sprak met twee gezaghebbende stemmen. Ze zijn niet alleen vooraanstaande experts in hun vakgebied, maar bovendien gepassioneerde en frequente gebruikers van het openbaar vervoer: biostatisticus Geert Molenberghs en viroloog Marc Van Ranst.

Hoe staat het op dit moment met corona?

Van Ranst:  Het aantal besmettingen zit nog op een redelijk hoog niveau en de bereidheid tot testen is tegelijkertijd minder groot. Dat maakt het moeilijk om met de situatie van enkele maanden geleden te vergelijken.

Molenberghs:  Het afvalwater laat ook opnieuw een stijgende trend zien. We moeten niet panikeren, maar toch wel beseffen dat het nog niet voorbij is. Het virus circuleert nog steeds en er is nog altijd overdracht. Al moeten we erbij vertellen dat in een groot deel van de maatschappij alle beperkingen weggevallen zijn en er heel veel contacten zijn. Op basis van RSZ-cijfers zien we dat het aantal besmettingen bij het ov-personeel lager ligt dan bij de algemene werkende bevolking. In de zorgsector en een aantal maaksectoren ligt de incidentie veel hoger. Of er voor reizigers in trein, tram en bus een verhoogd risico op besmetting bestaat, valt moeilijk vast te stellen. Voor het personeel kunnen we dat wel en dat geeft een indicatie dat het ook voor reizigers wel zal meevallen op dit moment.

Kunnen we het openbaar vervoer dus toch veilig noemen?

Van Ranst:  Volgens mijn metingen is dat zeker op de treinen zo, zelfs als er geen raampjes open kunnen. Ik meet daar doorgaans 500 ppm en dat komt zo goed als overeen met buitenlucht in een stedelijke omgeving. Pas vanaf 900 à 1000 ppm wordt het problematisch. Maar op bussen zijn er grotere verschillen: bij de nieuwe bussen zit dat goed, bij oudere bussen is het voorspelbaar slecht. Op de Ringbus in Leuven, die zonder stop van het station naar Gasthuisberg rijdt, geraak je op 9 minuten moeiteloos van 450 naar 2300 ppm. Dat is problematisch. Als daar iemand op de bus zit, die covid heeft, dan heb je met Omikron quasi zekerheid, dat iedereen die er gevoelig voor is, besmet wordt.

Molenberghs:  Twee weken terug was ik in Nederland. Zowel in Utrecht als in Rotterdam heb ik tram en bus genomen. Het comfort en de ventilatie van die voertuigen is daar state of the art. Je voelt bij het opstappen hoe goed die voertuigen geventileerd zijn. Dat zou bij ons ook moeten zijn.

Ondertussen zijn er wel een aantal landen zoals Nederland, Denemarken en Zwitserland, waar de mondmaskerplicht in het ov afgeschaft is. Hebt u er een zicht op of dat een impact heeft op het aantal besmettingen?

Molenberghs:  Die landen hebben geen statistische cijfers, waarmee we kunnen vergelijken. Wij analyseren minstens tweemaal per maand de door de overheid gekoppelde individuele besmettings- en tewerkstellingscijfers. Dat gaat over de helft van de Belgische bevolking. In het buitenland gaat het hooguit om een ad hoc steekproef van enkele duizenden mensen. Natuurlijk, Nederland, Denemarken en Zwitserland zijn allemaal landen waar het openbaar vervoer zeer goed georganiseerd is en ook de kwaliteit van de voertuigen en ventilatie excellent is. Dat is in België de achilleshiel, zowel voor het milieu als voor de gezondheid.

Van Ranst: Dat is in ons land inderdaad ergerlijk, zeker op de oudere bussen. Daar moet men er speciaal op letten dat de dakluiken zoveel mogelijk openstaan. Dat maakt een groot verschil. Ik erger er me trouwens ook aan dat het in veel bussen pover gesteld is met de zuiverheid. Het is soms zoeken naar een zitje dat proper genoeg is. En dan nog vind je tussen de randen vuil van maanden. Die vloer wordt wel een keer geveegd, maar de rest? Hoe kun je zuivere lucht verwachten in een bus die niet goed gepoetst wordt?

Molenberghs:  Dat klopt. Dat is echt een probleem bij De Lijn. Bij de MIVB is dat veel beter en ook de TEC doet het niet slecht.

Houdt het nog steek dat we als tram- en busreizigers niet vooraan mogen opstappen?

Molenberghs:  Nee. Vooraan opstappen heeft puur epidemiologisch ondertussen meer voor- dan nadelen: doordat de voordeur aan elke halte opengaat, ontstaat er tocht en dus bijkomende verluchting van voor naar achter. Een belangrijk gegeven naast het praktische voordeel voor de reizigers en het sociale en commerciële aspect.

Van Ranst: Akkoord. Reizigers moeten zich bovendien zo maximaal mogelijk in het voertuig kunnen verspreiden. Verbied hen dus niet om op de voorste stoeltjes te gaan zitten.

Wat zijn uw aanbevelingen voor de mondmaskerplicht in het ov? Kunnen we ze niet  zoals in een aantal andere landen afschaffen?

Van Ranst:  Wat mij betreft, zou het mondmasker op de trein kunnen wegvallen, tenzij misschien op een heel drukke trein. Maar tot nu toe heeft men het openbaar vervoer als een geheel willen beschouwen en dus geen aparte maatregelen willen nemen voor de trein enerzijds en bus en tram anderzijds. Men zou moeten investeren in regelmatige en constante CO2-metingen in de treinen, trams en bussen.

Molenberghs:  Alles staat of valt met de ventilatie en de CO2-metingen. Zoals we al zegden, zou een eerste stap erin kunnen bestaan reizigers opnieuw vooraan te laten opstappen. Als de ventilatie goed is, kunnen verdere versoepelingen, zeker ook op de trein. Met dien verstande dat de situatie in het najaar en de winter weer kan verslechteren en er dan – maar dat geldt niet alleen voor het ov – opnieuw strengere maatregelen nodig zijn.

Is de hoge vaccinatiegraad geen bijkomend argument om ook in het ov te versoepelen?

Molenberghs:  Wij zijn na Denemarken het tweede meest geboosterde land in Europa en in Vlaanderen ligt die vaccinatiegraad nog een stuk hoger dan het Belgisch gemiddelde. Maar besmettingen blijven mogelijk, al is het ziekteverloop doorgaans milder. Het blijft een verhaal van goede ventilatie en dus modern, goed uitgerust en prima onderhouden materieel. Dat is de kern van de zaak. En zeker in Vlaanderen betalen we op dat vlak nu de prijs voor de afbraakpolitiek van de laatste jaren.

(Interview: Peter Meukens)