Nu bijna iedereen boos is op het Vlaamse busplan: hoe moet het verder?
dinsdag, 16 januari 2024
Het positieve aan de krakkemikkige opstart van het alternatieve vervoersplan? De verontwaardiging over de verwaarlozing van ons openbaar vervoer klinkt nu eindelijk luid en duidelijk. Tijd om het over oplossingen te hebben: van kernverdichting langs hogere budgetten naar betrouwbaar openbaar vervoer.
Op zaterdag 6 januari ging fase 2 van de “basisbereikbaarheid” van start, het plan van de Vlaamse Regering om het openbaar vervoer meer vraaggestuurd te maken. Goed nieuws: bussen rijden vaker op de grote assen. Minder goed nieuws: wie verderaf woont, betaalt de rekening en krijgt in het beste geval vervoer op maat. Door een tekort aan middelen en een halfslachtige voorbereiding lijkt deze efficiëntie-oefening vooral synoniem te worden voor meer auto’s en meer vervoersarmoede.
Terecht luidden actievoerders de alarmbel in alle Vlaamse provinciehoofdsteden. Eén op zes de haltes verdwijnt en lijnen worden geschrapt, terwijl ruim 90% van de huidige busreizigers van het openbaar vervoer afhankelijk is. Hun bediening moet dus gegarandeerd blijven, maar het vervoer op maat biedt lang niet altijd een alternatief. Ouderen dreigen geïsoleerd te geraken, scholieren moeten langs gevaarlijke steenwegen verder naar een halte stappen en werkgevers en gemeenten leggen uit wanhoop zelf bussen in. Niet alleen de landelijke gebieden zijn de dupe, overal kreunt het openbaar vervoer onder de jarenlange onderfinanciering en torenhoge onderhoudsachterstand. Alle knipperlichten staan op rood, maar mobiliteitsminister Peeters komt niet verder dan “ja, verandering doet pijn”. Hoog tijd voor oplossingen!
Door het bussysteem eenzijdig te hervormen zonder de context aan te pakken, wil de Vlaamse Regering – zoals zo vaak – de geit en de kool sparen. Ruimtelijke versnippering en efficiënt openbaar vervoer gaan maar moeilijk samen. 65 % van de Vlaamse woningen heeft een slechte mobiscore en ligt buiten de kernen. Maar net de desastreuze lintbebouwing krijgt meer bussen, de stads- en dorpskernen daarentegen minder. Dit staat nochtans haaks op de uitgesproken ambitie om voor kernverdichting te gaan. Zonder een stop op het verkavelen van open ruimte en een herbestemming van slecht gelegen bouwzones en industrieterreinen, blijft het openbaar vervoer in een zwakke positie staan.
Intussen staat de sociale rol van het openbaar vervoer onder druk. Haltes en lijnen worden geschrapt nog vooraleer het vervangende vervoer op maat op punt staat. Een flexbus reserveren loopt stroef, de deelfietsen zijn nog niet volledig uitgerold en minister Peeters heeft maar 8 % van de beloofde Hoppinpunten gerealiseerd. Dat is vragen om problemen. Reguliere bussen mogen pas verdwijnen wanneer mensen op het vervoer op maat kunnen rekenen.
Er bestaat een brede wetenschappelijke en maatschappelijke consensus over de nood aan een modal shift richting meer actieve verplaatsingen en meer openbaar vervoer. Voor betere luchtkwaliteit, minder files en leefbaardere steden. Dat is volgens de Vlaamse Regering ook de doelstelling van basisbereikbaarheid. Maar de overheid maakt deze doelstelling onmogelijk door autorijden te subsidiëren via salariswagens, tankkaarten, lage verkeersbelastingen en premies voor elektrische wagens. Zo zal het niet lukken. Nochtans is het potentieel van gebruikers die uit vrije keuze de bus nemen erg groot, als … het openbaar vervoer comfortabel, betrouwbaar en vlot is.
De Lijn draagt een zware last van jarenlange besparingen onder ministers Crevits en Weyts met zich mee. Minister Peeters heeft die onderfinanciering hooguit gestopt, maar niet gecompenseerd. Willen we met uitstekend openbaar vervoer echt een modal shift realiseren? Dan zijn er dringend meer middelen nodig. Niets doen zal ons veel meer kosten aan files, sociale isolatie en gezondheidskosten.
Laat ons vooral de moed niet verliezen. 2024 start positief met zeer veel publieke aandacht voor openbaar vervoer. Minister Peeters zegt dat geen enkele reiziger in de kou zal staan. Belofte maakt schuld. Zal Lydia Peeters haar woord houden? Het nieuwe net moet bijgestuurd worden, uiteraard in samenspraak met de reizigers. Investeren in goed openbaar vervoer als motor van een duurzame transitie is immers één van de belangrijkste uitdagingen bij de volgende verkiezingen.
Naomi Cambien, beleidsmedewerker mobiliteit bij Bond Beter Leefmilieu
Peter Meukens, voorzitter TreinTramBus