Basisbereikbaarheid zorgt in Brugge voor quasi onbereikbaarheid van het centrum

Vandaag heeft minister Peeters de elektrische busjes voor het stadsnet Brugge voorgesteld. Reizigersorganisatie TreinTramBus juicht toe dat er voortaan milieuvriendelijkere bussen worden ingezet. Maar dit goede nieuws mag niet verdoezelen dat veel reizigers niet te spreken zijn over het nieuwe aanbod dat zaterdag aanstaande ingaat, zoals gisteren nog bleek in “De Zondag”. In 2007 telde het vooruitstrevende stadsnet van Brugge ruim 11 miljoen klanten. “Daar zullen er na 1 juli een heel pak minder zijn”, voorspelt Peter Meukens, voorzitter van reizigersvereniging TreinTramBus. “Zonder enige inspraak van bevolking en reizigers besliste de Vervoersregioraad dat er op 1 juli 2023 een nieuw busnet in Brugge komt met minder lijnen door het centrum en kleinere busjes.”

TreinTramBus ziet weliswaar een paar verbeteringen, zoals een snellere stadslijn naar het noorden via de ring, een betere avondbediening, frequentere bussen op de meeste streeklijnen en een duidelijkere nummering van de lijnen. Maar er zijn meer nadelen. “Helaas zullen nog maar twee centrumlijnen de Brugse binnenstad bedienen in plaats van zeven, en dat in een wijde boog rond de Grote Markt. Nagenoeg alle Brugse wijken en deelgemeenten verliezen hun rechtstreekse verbinding met de binnenstad. In Mechelen is hetzelfde gebeurd en haakten de stadsbusreizigers massaal af”, stelt Henk Himpe, voorzitter van de werkgroep West-Vlaanderen van TreinTramBus.

Een van de grootste pijnpunten van het nieuwe busnet is het verminderde aantal haltes: er verdwijnen er maar liefst 190. De loopafstanden en de reistijd nemen daardoor sterk toe. “Dat speelt bijvoorbeeld ook in Sijsele en Varsenare”, zegt Henk Himpe. “Die krijgen weliswaar alle tien minuten een bus, maar die zal meestal 500 meter voor de gemeentekern terugkeren.

TreinTramBus vreest voor capaciteitsproblemen op de weinig overgebleven bussen door het centrum. Verder wordt het AZ-Sint-Jan bediend met de kleinste stadsbusjes in plaats van er grote streekbussen naartoe te sturen. Het ziekenhuis heeft een bovenlokaal belang.

Ondanks een aantal aanpassingen zijn veel halten ontoegankelijk. Zelfs na drie jaar voorbereidingstijd en een advies van TreinTramBus slaagde het stadsbestuur er niet in om toegankelijke centrumhaltes te voorzien, zoals onder andere aan de Dijver, de Willaert- en de Noordzandstraat.

TreinTramBus roept de Vervoersregioraad, het stadsbestuur van Brugge en De Lijn op om het nieuwe busnet zo snel mogelijk bij te sturen: “We willen opnieuw directe buslijnen tussen de deelgemeenten en het centrum. De loopafstand naar sommige haltes in de wijken moet verkorten en bushaltes moeten goed toegankelijk zijn”, aldus Henk Himpe.